Schrif­te­lijke vragen overlast ganzen en duiven in Heerlen


Indiendatum: 14 jan. 2018

Vraag 1.
Terecht meldt de raadsinformatiebrief dat duiven, eenden en ganzen bij de stad horen. Net als dat het geval is bij andere dieren en mensen, hebben duiven, eenden en ganzen eigenschappen die als positief ervaren worden door de menselijke bewoners en eigenschappen die als negatief ervaren worden, zoals het poepen. Acceptatie hiervan moet in zekere mate vanzelfsprekend zijn. Tenslotte is het de mens die het natuurlijke evenwicht heeft verstoord, onder meer door het aanleggen van monoculturen die een makkelijke voedselbron vormen voor verschillende diersoorten. Enige bescheidenheid past ons daarom wel. De raadsinformatiebrief maakt melding van steeds meer klachten. Kan het college aangeven hoeveel klachten van verschillende mensen er de afgelopen jaren binnengekomen zijn over deze vogels? Graag per jaar aangeven. Is het college er zeker van dat het in het centrum om duivenpoep gaat? Er leven ook andere vogelsoorten in en nabij het centrum, zoals kraaiachtigen.

Vraag 2.
In het coalitieakkoord staat dat bij de centrumontwikkeling meer groen en meer water in de planning zit; beseft het college dat dit automatisch dieren, waaronder watervogels, aantrekt?

Vraag 3.
Als overlast van ganzen worden het kaalvreten van de oevers van vijvers en de hoeveelheid uitwerpselen genoemd. Verder zouden vissers last hebben van de ganzen. Kan het college aangeven bij welke visvijvers zich dit voordoet? Houdt het college bij de afweging van de ernst van de klachten rekening met het gegeven dat de ganzen natuurlijke bewoners zijn van de vijvers en dat vissers de vijvers slechts gebruiken om vissen het leven zuur te maken? Is het college het met de PvdD eens dat vissers hun “hobby” elders kunnen uitoefenen, of, liever nog, kunnen inruilen voor een diervriendelijke hobby, terwijl ganzen van nature naar de vijvers getrokken worden?

Vraag 4.
Voor de overlast door duiven stelt het college een actieplan voor (waarover later meer); heeft het college ook zo’n voorstel voor de ganzenoverlast?

Vraag 5.
De PvdD is blij met de voorgestelde maatregelen tegen de duivenoverlast. Daarbij dringt de PvdD erop aan dat de drie opties alle drie uitgevoerd worden. De PvdD gaat er vanuit dat het omruilen van duiveneieren met nep-eieren in de eerste dagen na de leg gebeurt, zodat er geen welzijnsaantasting plaatsvindt van ongeboren kuikens. Kan het college dit bevestigen?

Vraag 6.
Heeft het college een voorstel hoe de aanwezigheid van voedselresten op straat aan banden gelegd kan worden? Is het college bekend met de adviezen op https://www.milieucentraal.nl/... aangaande zwerfafval? Hoe wil het college handhaven op het niet mogen voeren van de duiven en het niet mogen veroorzaken van voedselresten op straat? Is het college bereid om de centrum-ondernemers te wijzen op hun verantwoordelijkheid om hun omgeving schoon te houden van zwerfafval?

Vraag 7.
Wat zijn de haalbaarheidscriteria voor het plaatsen van duiventillen in het centrum? Terecht geeft het college aan dat dit een essentieel onderdeel is van de aanpak. Hiervoor dient dan een budget beschikbaar te zijn dat groot genoeg is. Aan welk budget denk het college?


Vraag 8.
Is het, gezien de overlast in het centrum, een idee om de duiventillen niet in het centrum, maar aan de rand van het centrum te plaatsen? Heeft het college plekken voor ogen?


Indiendatum: 14 jan. 2018
Antwoorddatum: 12 feb. 2019

Geachte mevrouw Plusquin,

Naar aanleiding van uw vragen d.d. 14 januari 2019 delen wij u het volgende mede.

Vraag 1.
Terecht meldt de raadsinformatiebrief dat duiven, eenden en ganzen bij de stad horen. Net als dat het geval is bij andere dieren en mensen, hebben duiven, eenden en ganzen eigenschappen die als positief ervaren worden door de menselijke bewoners en eigenschappen die als negatief ervaren worden, zoals het poepen. Acceptatie hiervan moet in zekere mate vanzelfsprekend zijn. Tenslotte is het de mens die het natuurlijke evenwicht heeft verstoord, onder meer door het aanleggen van monoculturen die een makkelijke voedselbron vormen voor verschillende diersoorten. Enige bescheidenheid past ons daarom wel. De raadsinformatiebrief maakt melding van steeds meer klachten. Kan het college aangeven hoeveel klachten van verschillende mensen er de afgelopen jaren binnengekomen zijn over deze vogels? Graag per jaar aangeven. Is het college er zeker van dat het in het centrum om duivenpoep gaat? Er leven ook andere vogelsoorten in en nabij het centrum, zoals kraaiachtigen.

Antwoord 1.
Jaarlijks bereiken ons tussen de 5 en 10 meldingen van bewoners en ondernemers die last ondervinden van duiven in de stad.Meerdere malen is er door bewoners en ondernemers van het centrum gevraagd de overlast van duiven op te pakken. Bewoners van de Promenade hebben middels een petitie aandacht gevraagd voor de aanpak van de duivenoverlast.De overlast die wordt gemeld betreft veelal uitwerpselen op en aan gebouwen. Het zijn duiven die in de luwte van gebouwen rusten en hun nesten bouwen. Registratienummer:BWV-19003585


Vraag 2.
In het coalitieakkoord staat dat bij de centrumontwikkeling meer groen en meer water in de planning zit; beseft het college dat dit automatisch dieren, waaronder watervogels, aantrekt?

Antwoord 2.
Meer groen en water zal een positief effect hebben op de biodiversiteit in de stad en op een evenwichtige samenstelling van soorten. Het betekent in basis niet dat de overlast van dieren daardoor zal toenemen. Watervogels horen immers bij de stad. Het overmatig aanbieden van voedsel leidt tot overbevolking en overlast van sommige soorten.

Vraag 3.
Als overlast van ganzen worden het kaalvreten van de oevers van vijvers en de hoeveelheid uitwerpselen genoemd. Verder zouden vissers last hebben van de ganzen. Kan het college aangeven bij welke visvijvers zich dit voordoet? Houdt het college bij de afweging van de ernst van de klachten rekening met het gegeven dat de ganzen natuurlijke bewoners zijn van de vijvers en dat vissers de vijvers slechts gebruiken om vissen het leven zuur te maken? Is het college het met de PvdD eens dat vissers hun “hobby” elders kunnen uitoefenen, of, liever nog, kunnen inruilen voor een diervriendelijke hobby, terwijl ganzen van nature naar de vijvers getrokken worden?

Antwoord 3.
De overlast doet zich voornamelijk voor bij de vijvers in Meezenbroek. De ganzenpopulatie is te groot voor het gebied waardoor overlast in de vorm van vervuiling en beschadigingen ontstaat. De overlast staat los van overlast van ganzen die vissers tijdens de uitoefening van hun hobby ervaren. Er wordt nadrukkelijk gestreefd naar een evenwicht tussen recreatief gebruik van de vijvers en de instandhouding van een natuurlijk leefgebied voor planten en dieren rondom de vijvers. Ook de hengelsportvereniging is gebaat bij zo’n evenwicht en zal dan ook nauwelijks overlast van watervogels ervaren.

Vraag 4.
Voor de overlast door duiven stelt het college een actieplan voor (waarover later meer); heeft het college ook zo’n voorstel voor de ganzenoverlast?

Antwoord 4.
Er wordt geprobeerd de ganzenoverlast zoveel mogelijk in te dammen door het plaatsen van informatieborden. Burgers worden op die manier verzocht terughoudend te zijn met het voeren van de watervogels.

Vraag 5.
De PvdD is blij met de voorgestelde maatregelen tegen de duivenoverlast. Daarbij dringt de PvdD erop aan dat de drie opties alle drie uitgevoerd worden. De PvdD gaat er vanuit dat het omruilen van duiveneieren met nep-eieren in de eerste dagen na de leg gebeurt, zodat er geen welzijnsaantasting plaatsvindt van ongeboren kuikens. Kan het college dit bevestigen?


Antwoord 5.
Er zal alles aan worden gedaan om maatregelen zo diervriendelijk mogelijk uit te voeren.

Vraag 6.
Heeft het college een voorstel hoe de aanwezigheid van voedselresten op straat aan banden gelegd kan worden? Is het college bekend met de adviezen op https://www.milieucentraal.nl/... aangaande zwerfafval? Hoe wil het college handhaven op het niet mogen voeren van de duiven en het niet mogen veroorzaken van voedselresten op straat? Is het college bereid om de centrum-ondernemers te wijzen op hun verantwoordelijkheid om hun omgeving schoon te houden van zwerfafval?

Antwoord 6.
Het overdadig aanwezig zijn van voedsel in de stad heeft te maken met het gedrag van bewoners en bezoekers in de stad. Zolang er veelvuldig etensresten worden achtergelaten in de openbare ruimte en de duiven worden gevoerd zal de populatie blijven groeien.We wijzen mensen in de stad met diverse acties op het belang van een schone stad en de bijdrage die zijn daar aan kunnen leveren door geen zwerfvuil op straat achter te laten. Er volgt een voorstel om in de APV een verbod op het voeren van vogels op te nemen. Dit zal bijdragen in het besef dat duiven niet mogen worden gevoerd.Het is echter niet reëel om te verwachten dat we daarmee het probleem van zwerfvuil en voedselresten in de openbare ruimte op korte termijn kunnen oplossen.

Vraag 7.
Wat zijn de haalbaarheidscriteria voor het plaatsen van duiventillen in het centrum? Terecht geeft het college aan dat dit een essentieel onderdeel is van de aanpak. Hiervoor dient dan een budget beschikbaar te zijn dat groot genoeg is. Aan welk budget denk het college?

Antwoord 7.
Zo als aangegeven zal onderzoek worden ingesteld naar de haalbaarheid van het plaatsen van duiventillen in de stad. Het onderzoek zal leiden tot antwoord op de vragen.

Vraag 8.
Is het, gezien de overlast in het centrum, een idee om de duiventillen niet in het centrum, maar aan de rand van het centrum te plaatsen? Heeft het college plekken voor ogen?


Antwoord 8.
Ook de locaties van de duiventillen zullen deel uitmaken van het haalbaarheidsonderzoek. Op dit moment is er nog geen zicht op mogelijke locaties waar duiventillen kunnen worden geplaatst.


Hoogachtend,

burgemeester en wethouders van Heerlen,

de secretaris a.i.,de wnd. burgemeester,

M.L. Wilke / E.G.M. Roemer





Interessant voor jou

Aanhoudend geweld tegen LHBTI personen

Lees verder

Schriftelijke vragen Jansen Briefadres en basisregistratie daklozen

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer