Schrif­te­lijke vragen Géron Blad­blazen

Indiendatum: 2 dec. 2019
Antwoorddatum: 19 dec. 2019

Vraag 1) Heeft het College de uitzending gezien van Eenvandaag van 23 november j.l. over de schadelijke gevolgen van bladblazers?

Ja

Vraag 2) Is het College ervan op de hoogte dat het Duitse federale milieuministerie (Bundes umweltministerium) heeft geadviseerd om bladblazers niet meer te gebruiken, omdat ze te luid, te vies, en een bedreiging voor insecten en het milieu zijn?

Ja

Vraag 3) Heeft het College kennis genomen van het feit dat Vlaanderen ruim 300 gemeenten verbiedt om nog langer bladblazers te gebruiken, omdat de apparaten te vervuilend zijn?

Ja.

Vraag 4) Is het College het met de PvdD fractie eens dat bladblazers giftige en kankerverwekkende stoffen zoals stikstofdioxiden, koolstofdioxiden en fijnstof de lucht in blazen en daarmee schadelijk zijn voor de gezondheid en het klimaat?

Ja, dit geldt echter niet alleen voor bladblazers maar voor heel veel andere gemotoriseerde apparatuur en vervoermiddelen. Het is niet reëel in dat kader alleen op bladblazers te focussen.

Vraag 5) Is het College zich ervan bewust dat bladblazers herrie maken tot wel 120 Db en dat hierdoor gehoorbeschadiging kan optreden?

Ja. Los van het feit dat dit type bladblazers nauwelijks meer wordt gebruikt moeten medewerkers te allen tijde voldoen aan de ARBO-richtlijnen die het dragen van gehoorbeschermers voorschrijven.

Vraag 6) Is het College bekend met het feit dat afgevallen bladeren voedingsstoffen in de bodem brengen en in de winter een isolerende deken tegen de vorst vormen, en daarmee belangrijk zijn voor de biodiversiteit en voor insecten en kleine zoogdieren als egels?

Ja. Daar waar mogelijk laten we het blad in het belang van het behoud en de ontwikkeling van flora en fauna liggen.

Vraag 7) Erkent het College dat bladblazers een bedreiging vormen voor onder meer overwinterende insecten en kleine zoogdieren, die gebruik maken van de isolerende werking en de voedingsstoffen in de bladeren?

Nee, het gebruik van bladblazers op onverantwoorde wijze kan een bedreiging vormen voor de schuilgelegenheid van insecten en kleine zoogdieren. De gemeente schrijft voor waar blad wordt geruimd. Blad wordt vooral geruimd vanuit veiligheidsoverwegingen, om te voorkomen dat straatkolken verstoppen en er wateroverlast kan ontstaan en om de groei van beplantingen niet te belemmeren. Dit betekent dat blad op verhardingen, op gazons en in beplantingen daar waar het een lage begroeiing betreft die door een pakket van afgevallen bladeren kan verstikken wordt geruimd. Daar waar het blad geen hinder of overlast veroorzaakt blijft het in belang van flora en fauna liggen. Van de meeste beplantingen worden hooguit de randen ontdaan van blad om te voorkomen dat het weer de straat op waait. Met deze werkwijze blijft er veel schuil- en overwinteringsgelegenheid over voor insecten en kleine zoogdieren.

Vraag 8) Deelt het College de mening dat de voordelen van bladblazers niet opwegen tegen de nadelen voor het klimaat, de luchtkwaliteit, de gezondheid van mensen, voor de biodiversiteit en voor wilde dieren?

Nee, we zijn ons ervan bewust dat het geluid en de uitlaatgassen van motorbladblazers schadelijk zijn voor milieu en gezondheid. De ontwikkeling van materieel op biobrandstof en elektrisch aangedreven materieel gaat snel. De gemeente maakt gebruik van mogelijkheden om minder schadelijk materieel in te zetten en schrijft dat daar waar mogelijk ook voor aan onze aannemers. We hebben het materieel nodig om te kunnen voorzien in onze zorgplicht in de openbare ruimte.

Vraag 9) Vindt het College het verantwoord dat mensen in dienst of in opdracht van de gemeente werken met dergelijke ongezonde, luidruchtige en schadelijke apparaten?

Nee, de gemeentelijke buitendienst is geheel overgeschakeld op elektrisch gereedschap. Daar waar we nog niet kunnen beschikken over elektrisch aangedreven materieel zien we bij het gebruik van materieel toe op de naleving van veiligheid, gezondheid, natuur- en milieuvoorschriften.

Vraag 10) Bezorgde burgers (contactgegevens bekend bij de PvdD fractie) worden niet gehoord in hun poging om de egels te helpen:

“Ik woon in de wijk Aarveld in Heerlen, in de Sallustiusstraat om precies te zijn. Tussen de flatjes liggen wat stroken groen met struiken, hierin wonen veel egeltjes. In de zomer is het een drukte van belang met egeltjes die op zoek zijn naar eten, we voeren ze met heel warme dagen ook altijd bij en zetten water buiten. Vanmorgen kwamen de mannen met de bladblazers en ander grof geschut om het groen klaar te maken voor de winter, ze zijn echt uren bezig geweest om alle blaadjes van de weg, stoep, het gras en tot diep in de struiken weg te blazen. Hierbij liepen ze zelf ook door de struiken. Ik ben naar buiten gegaan en gaan vragen of dit nu echt nodig is, maar de werknemer verwees me naar de opzichter en die verwees me weer naar de opdrachtgever, in dit geval een woningbouwcorporatie. Hier heb ik een bericht naar gestuurd maar nog niks terug gehoord.”

De Wet Natuurbescherming schrijft voor dat eenieder de plicht heeft om nadelige gevolgen voor planten en dieren te voorkomen. Is het College bereid om voorwaarden te stellen aan groenonderhoud binnen de gemeente ter bescherming van egels (en andere dieren) tegen de nadelige gevolgen van bladblazers?

Zo ja, welke voorwaarden?

De gemeente staat niet garant voor de handelwijze van bedrijven die groenonderhoud verrichten op terreinen van derden.
Alle aannemers die in Heerlen voor Heerlen groen onderhoudswerkzaamheden uitvoeren dienen te handelen volgens de Wet Natuurbescherming. Hier wordt zowel op voorhand als in de uitvoering op gecontroleerd.

Hoogachtend,
burgemeester en wethouders van Heerlen,
namens dezen,
Wethouder voor Beheer en Onderhoud, Mobiliteit, Duurzaamheid & Milieu, C.M.J.P. Claessens