Het medi­terraan draai­gatje


https://www.limburger.nl/cnt/dmf20221031_94795695

Indiendatum: 29 okt. 2022

Het mediterraan draaigatje, een schijnbaar gewone mier.

Onze vragen:

  • Is het college bekend met het mediterrane draaigatje ?
  • Is er kennis omtrent deze invasieve exoot?
  • Is deze mier al gesignaleerd in Heerlen? Zo ja wat is/wordt er ondernomen ter bestrijding? Is er een beheersplan opgesteld onder begeleiding van een mierendeskundige?
  • Is er contact met de andere Parkstadgemeenten of aangrenzende Zuid-Limburgse gemeenten? Wordt er gesproken over gezamenlijke aanpak?
  • Indien nog niet gesignaleerd: zijn wij in Heerlen alert op het voorkomen van deze agressieve, zich supersnel voortplantende mier?
  • Vroegtijdige signalering is uiterst belangrijk. Welke vorm heeft dit alert zijn?
  • Een aantal steden heeft op de gemeentelijke website een informatiepagina ingericht om burgers te attenderen op deze miersoort met een handleiding wat te doen indien er een vermoeden bestaat dat de soort zich gevestigd heeft. Wanneer gaat Heerlen ertoe over om haar burgers te informeren naar voorbeeld van andere gemeenten ?
  • Wordt er ook al nagedacht over en gecontroleerd op de andere soort: de plaagmier ?

Door ons reisgedrag, globalisering van de economie en mogelijk gemaakt door de verandering van het klimaat komen er veel ongewenste diersoorten onze kant op of hebben zich hier al gevestigd. Denk aan de Aziatische hoornaar, walnootboorvlieg, Buxusmot, eikenprocessierups, tijgermug en exotische miersoorten (zoals het mediterraan draaigatje en de plaagmier).

Bovendien worden ook de omstandigheden voor reeds langer aanwezige soorten, zoals teken, steeds gunstiger. Een miersoort die grote problemen kan geven is het mediterrane draaigatje. Er zijn op dit moment al grote kolonies van draaigatjes opgedoken op 18 plaatsen waaronder Wageningen, Ulft, Spijkenisse, Alphen aan den Rijn en Rotterdam. De kolonies zijn vrijwel allemaal te vinden in een strook die midden door Nederland loopt. De meest noordelijke kolonie bevindt zich in Flevoland en de meest zuidelijke vinden we terug in Limburg. Typisch voor deze soort zijn de kratervormige zandhoopjes die in grote aantallen bij elkaar liggen; ieder hoopje staat voor één mierenkoningin en haar talrijke nageslacht.


Draaigatjes zijn agressief, bijten en scheiden een stinkende geur af. Een kolonie van het mediterraan draaigatje heb je dan ook liever niet in je buurt. Deze soort vormt superkolonies en ondermijnt straten, stoepen en vestigen zich in gebouwen. Bestrijding was tot voor kort een probleem, maar door intensief wetenschappelijk onderzoek is daar verbetering in gekomen. Vroegtijdig optreden met hulp van deskundigen, volledige uitroeiing, preventie en controle zijn essentieel.

De tweede soort, de plaagmier, komt o.a. al in Maastricht voor.

Het mediterraan draaigatje werd in 2009 voor het eerst aangetroffen in Duitsland, 4 jaar later werd deze mier voor in Nederland waargenomen. Het mediterraan draaigatje is waarschijnlijk in ons land terecht gekomen met grond van tuin- of potplanten. Het is een warmteminnende soort uit Zuid-Europa. In Nederland kan het draaigatje met name overleven op de warmste plekjes. Het gaat dan tot nu toe om trottoirs, muren, en tuinen met weinig planten die op het zuiden staan en zo flink opwarmen door de zon. De nesten bevinden zich in de grond, in tuinmuurtjes en op sommige plekken ook deels in de spouw of binnenshuis.

De mieren kunnen overlast geven als ze een stoep of tuin op zo’n manier ondergraven, dat die verzakken.

Door hun opportunistische voedselzoekgedrag komen ze ook vaak dicht bij of in huis terecht. Hier kunnen ze foerageren op etensresten, bijvoorbeeld het fruitafval in de groenbak of huisdierenvoer.

Graag beantwoording van deze vragen binnen de geldende termijn.