Schrif­te­lijke vragen Géron Heerlense starters in de kou


Indiendatum: 8 jan. 2021

Sinds begin 2020 is het makkelijker voor veel Limburgse starters op de woningmarkt om een huis te kopen. Starters kunnen bij de provincie Limburg een lening aanvragen bij een aankoopprijs van maximaal €225.000. Bij de Startersregeling is ook een rol voor Limburgse gemeentes weggelegd. Zo kan de aanvraag enkel verlopen via de gemeente. De gemeente Heerlen doet echter niet mee aan de Startersregeling. Heerlense starters staan daardoor letterlijk in de kou. De provincie Limburg sprak de hoop en verwachting uit dat de gemeente Heerlen nog aansluit bij de Startersregeling. Daartoe is voor onder meer Heerlense starters een bedrag van ruim €2,1 miljoen gereserveerd door de provincie. Dit leidt bij de Heerlense Partij voor de Dieren-fractie tot de volgende vragen.

1.
De gemeenteraad beslist uiteindelijk of een gemeente meedoet aan de Startersregeling. De gemeenteraad staat immers aan het hoofd van het gemeentebestuur. De Heerlense Partij voor de Dieren-fractie verzocht het college van B&W in een motie van 6 november 2019 om te starten met de Startersregeling. Deze motie is vervolgens aangenomen, waardoor de gemeenteraad zijn instemming voor deelname heeft verleend. De nieuwe Startersregeling dateert echter van 6 april 2020, dus ná aanname van de motie. Waarom heeft het college eind 2019/begin 2020 niet meteen deze motie uitgevoerd en aansluiting gezocht bij de Startersregeling, zoals op 6 november 2019 opgeroepen door de gemeenteraad?

2. Het college van burgemeester en wethouders is politiek verplicht een aangenomen motie van de gemeenteraad uit te voeren. De motie Startersregeling van 6 november 2019 is tot op heden nog niet uitgevoerd. Hoe denkt het college over de politieke verplichting om aangenomen moties uit te voeren?

3. In de Heerlense Begroting 2021 staat dat alsnog aansluiting gezocht wordt bij de Startersregeling. Welke stappen zijn daartoe ondernomen? Binnen welke termijn kunnen wij aansluiting verwachten?

4.
De gemeente Heerlen sloot eind 2019/begin 2020 niet bij de Startersregeling aan vanwege de ‘lage huizenprijzen’ in Heerlen. Alle andere Parkstadgemeentes zijn allang aangesloten bij de Startersregeling. In buurgemeente Kerkrade is deelname een groot succes, waardoor deelname zelfs verlengd wordt. En dat terwijl huizenprijzen in zowel Kerkrade als Brunssum lager liggen dan in Heerlen. Vindt het college nog steeds dat “lage huizenprijzen” een gegronde reden was om af te zien van deelname? Zijn de ‘lage huizenprijzen’ sinds eind 2019/begin 2020 aanzienlijk gestegen in Heerlen?

5. De Partij voor de Dieren-fractie vindt dat Heerlense starters tekortgedaan is door niet aan te sluiten bij de startersregeling. Zeker in vergelijking met buurgemeentes Kerkrade en Brunssum moeten zij veel meer geld lenen bij banken, tegen hogere rentes. Dit leidt tot meer schulden. Is het college het met de PvdD-fractie eens dat Heerlense starters hierdoor tekortgedaan is?

6. Behalve de gemeente Heerlen, ontbraken eind 2019/begin 2020 de gemeentes Maastricht en Valkenburg aan de Geul bij de Startersregeling. Deze twee gemeentes zijn in 2020 wél aangesloten bij de Startersregeling. Starters in de gemeente Heerlen zijn daarmee de enige in Limburg die geen Startersregeling kunnen aanvragen. In de Begroting 2021 staat dat nu alsnog aangesloten wordt bij de Startersregeling. Waarom wil het college in 2021 alsnog een ommezwaai maken, terwijl het in 2020 ook al de PvdD-motie had kunnen uitvoeren? Waarom is de motie niet eerder uitgevoerd?

7. Juist door doorstroming op de woningmarkt te bevorderen, beoogt de Startersregeling ‘scheefwonen’ (te hoge huur) te verminderen. Ondertussen betaalt 15% van de Heerlense huurders te veel huur, hoger dan het Limburgse gemiddelde. Scheefwonen werkt armoede in de hand en remt doorstroming op de woningmarkt af. Vindt het college dat het scheefwonen in Heerlen langer in stand heeft gehouden door niet eerder aan te sluiten bij de Startersregeling? Gaat het college getroffen Heerlenaren compenseren?

Graag beantwoording van deze vragen binnen de geldende termijn.

Met vriendelijke groet,

Elian Geron

Raadslid PvdD Limburg

Indiendatum: 8 jan. 2021
Antwoorddatum: 2 feb. 2021

Geachte mevrouw Géron,

Naar aanleiding van uw vragen d.d. 7 januari 2021 inzake Starters in het nauw delen wij u het volgende mede.

1. In het coalitieakkoord 2018 – 2022 staat als actie 5.3: “We streven er naar dat in Heerlen de starterslening wordt ingevoerd”. Met de motie van 6 november 2019 sprak de raad nogmaals en eenduidig haar steun uit steun voor deze actie.

Wij werken aan de uitvoering van het coalitieakkoord. Daarmee willen wij net als de raad de positie van jonge starters op de woningmarkt versterken.

2. Wij kunnen enkel uw stelling beamen en bevestigen dat wij de moties van de raad uitvoeren. Zoals in antwoord 1 aangegeven werken wij aan de uitvoering van het coalitieakkoord. Wij voeren de motie van 6 november 2019 uit aangezien de expliciet actie 5.3 uit het coalitieakkoord m.b.t. de starterslening bevestigt. Daarnaast kunnen wij enkel uw stelling beamen en bevestigen dat wij de moties van de Raad uitvoeren.

3.
In een eerste stap zijn de inhoudelijke opties bekeken in overleg met de Provincie Limburg en de Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederland (SVN). Dit betekent dat dit kader al klaar ligt. Nu werken we het financiële kader uit. Nadien zullen wij en de raad de nodige besluiten nemen. Wij koersen op aansluiting in kalenderjaar 2021.

4. Zoals reeds aangegeven in uw vraag heeft de tendens van stijgende woningprijzen zich enkel doorgezet in 2020. In 2020 ging het om een gemiddelde stijging van de verkoopprijzen in Heerlen van 11,5%.

Daarbij herhalen we dat wij het coalitieakkoord uitvoeren, inclusief actie 5.3 over de starterslening.

5. De starterslening heeft geen invloed op het hypotheekbedrag van een starter bij de hypotheekverstrekker. Wel is het een aanvulling op deze hypotheek. Starters kunnen met de starterslening extra geld lenen als een wissel op de toekomst: de starterslening gaat ervan uit dat de starters in hun loopbaan hun inkomen zullen zien groeien. Zo ontstaat dan de financiële ruimte om het extra geleende bedrag van de starterslening terug te betalen. Om deze reden betalen de starters dan ook niets terug in de eerste 3 jaar van de starterslening.

Bovendien heeft de starterslening een incentive om versneld af te betalen: de starterslening heeft een rentepercentage van 2,4% en is voor een periode van 15 jaar rentevast. Dat is een hogere rente dan de gemiddelde hypotheekrente die banken nu in rekening brengen voor een hypotheek met een rentevaste periode van 15 jaar. Deze schommelt nu rond de 2% (bij 100% loan-to-value, verschilt per bank). Wanneer de starters hun inkomen zien groeien, betalen zij bij voorkeur de hypotheek met de hoogste rente terug.

De starterslening drukt de woonlasten niet, in tegendeel. De starter kan extra lenen. Dat betekent dus ook: een extra aflossing. De starterslening heeft wel tot doel de kans op een eigen koopwoning voor starters te vergroten.

6. Zie de antwoorden op vragen 1 en 3. De starterslening maakt deel uit van het coalitieakkoord en de uitvoering is ingepland conform het antwoord op vraag 3.

7. Scheefwonen in de vorm van duur scheefwonen draagt inderdaad bij tot armoede. Een causaliteit tussen duur scheefwonen en het niet ter beschikking zijn van de starterslening lijkt ons moeilijk vast te stellen omdat te veel factoren een rol spelen bij de aankoop van een woning.

We streven naar betaalbaar wonen in Heerlen. Daarbij werken we zowel aan de aanbod- als aan de vraagzijde. De starterslening werkt in op de vraagzijde en is maar één van de instrument in het woonbeleid.
Aan de aanbodzijde moeten we rekening houden met variatie in huishoudtype en financiële mogelijkheden. Om het duur scheefwonen aan te pakken werken samen met de woningcorporaties voor extra geschikte sociale woningen in Heerlen. Met verschillende initiatiefnemers zorgen we voor een toename van het aantal koopwoningen en middenhuurwoningen.

Daarmee zet ons woonbeleid in op een geschikte en betaalbare woningen voor een variatie aan huishoudens en aan inkomens.

Hoogachtend,
burgemeester en wethouders van Heerlen,

de gemeentesecretaris a.i.

L. Schouterden

de locoburgemeester,

P.M.A. van Zutphen