Maat­re­gelen ter voor­koming van stal­branden


Indiendatum: 16 mei 2018

Naam indiener: Pascale Plusquin

Fractie: Partij voor de Dieren

Postadres: p/a griffie

Datum: 16 mei 2018

Onderwerp: Maatregelen ter voorkoming van stalbranden

Vraag/vragen: De afgelopen week is Limburg opgeschrikt door twee grote stalbranden op kippenbedrijven, waarbij in totaal 34.000 dieren zijn omgekomen. De teller staat daarmee dit jaar landelijk al op 95.000 dieren. De fractie van de Partij voor de Dieren vindt dat alles in het werk moet worden gesteld om dergelijke branden, met onnoemelijk leed voor dier en mens, te voorkomen. Ook de gemeenten hebben hierin een taak, omdat zij de naleving van het Bouwbesluit 2012 controleren. Daarin zijn sinds 2014 brandveiligheidsvoorschriften voor stalbranden opgenomen. Een belangrijke norm is die van max. 2500 m² voor brandcompartimenten, die echter in de praktijk nog wel eens wordt opgerekt. Ook kwam uit de evaluatie een gebrek aan kennis in de bedrijfstak naar voren.

Vragen:

1) Hoe vaak worden door de gemeente, en/of de Omgevingsdienst, veehouderijen gecontroleerd op de naleving van bepalingen in het Bouwbesluit 2012 (Bbl) m.b.t. de brandveiligheid van stallen?

2) Wordt daarbij vastgehouden aan de Bbl norm van max.2500 m² voor de omvang van brandcompartimenten? Of wordt ook een andere interpretatie gehanteerd?

3) Wordt bij nieuwbouw de controle op naleving overgelaten aan de zgn. private kwaliteitsborging, of door de gemeente zelf uitgevoerd?

4) Bent u bereid om de voorlichting aan bedrijven, en de controle op naleving van de brandveiligheidsbepalingen te intensiveren? Zo nee, waarom niet?

In 2017 is het eerder ingestelde Actieplan Stalbranden in opdracht van het Ministerie van EZ geëvalueerd (WUR, 2017). Uit die evaluatie kwamen duidelijke oorzaken (m.n. storingen in de elektra) naar voren en tal van adviezen die nog niet zijn opgevolgd. Een groot deel van deze adviezen zijn aan het Rijk en de sectorpartijen (veehouders en verzekeraars) gericht. De Limburgse voorzitter van de landelijke LTO-werkgroep Pluimveehouderij, dhr. Hubers, dringt op maatregelen aan. Met name zouden er ook voor be-staande stallen -en niet alleen voor nieuwbouw-, brandveiligheidseisen in het Bouwbesluit moeten worden opgenomen. In de Evaluatie (het Advies, hoofd-stuk 10) worden als uitvoerbare en zinvolle maatregelen o.m. genoemd: periodieke elektrakeuringen en meer bluswatervoorzieningen ter plekke.

5) Bent u bereid om, eventueel samen met andere gemeentes en de provincie Limburg, bij sectorpartijen en het Rijk aan te dringen op brandveiligheidseisen, ook voor bestaande stallen? En op de uitvoering van de adviezen uit de Evaluatie van het Actieplan Stalbranden? Zo niet op alle, dan wel in ieder geval snel en eenvoudig uitvoerbare maatregelen zoals periodieke elektrakeuringen en meer bluswatervoorzieningen ter plekke?

We zien de beantwoording van de vragen graag binnen de gebruikelijke termijn tegenmoet.

Toelichting op vraag/vragen: De vragen spreken voor zich, directe aanleiding is het nieuws over de twee recente branden op kippenbedrijven

Indiendatum: 16 mei 2018
Antwoorddatum: 13 jun. 2018

Geachte mevrouw Plusquin,

Naar aanleiding van uw vragen d.d. 16 mei 2018 inzake maatregelen ter voorkoming van stalbranden delen wij u het volgende mede.

Vraag 1.

Hoe vaak worden door de gemeente, en/of de Omgevingsdienst, veehouderijen gecontroleerd op de naleving van bepalingen in het Bouwbesluit 2012 (Bbl) m.b.t. de brandveiligheid van stallen?

Antwoord.

Er wordt tijdens vergunningverlening gecontroleerd of de aanvraag voldoet aan het Bouwbesluit 2012. Na het verlenen van de vergunning wordt tijdens de bouw gecontroleerd op de uitvoering van de brandveiligheidsvoorschriften c.q. de toepassing van de noodzakelijke voorzieningen. Na het afronden van de bouwwerkzaamheden wordt niet cyclisch gecontroleerd op brandveiligheid. Milieucontroles worden bij vergunningsplichtige grote agrarische bedrijven jaarlijks uitgevoerd door de Regionale Uitvoeringsdienst Zuid-Limburg.

Vraag 2.

Wordt daarbij vastgehouden aan de Bbl norm van max.2500 m² voor de omvang van brandcompartimenten? Of wordt ook een andere interpretatie gehanteerd?

Antwoord.

Bij het verlenen van een vergunning voor een stal van een dergelijke omvang wordt getoetst aan het Bouwbesluit 2012. In het Bouwbesluit 2012 is een prestatie-eis opgenomen voor de grootte van een brandcompartiment om een snelle uitbreiding van brand te voorkomen (afd. 2.10). Voor een lichte industriefunctie, voor het bedrijfsmatig houden van dieren, is deze oppervlakte bepaald op 2.500 m2.

Het is mogelijk om af te wijken van de prestatie-eis uit het Bouwbesluit en om een brandcompartiment van meer dan 2.500 m2 toe te passen.

Hierbij moet dan worden onderbouwd dat er voldaan wordt aan de eis uit het Bouwbesluit (een snelle uitbreiding van brand). Dit wordt dan een gelijkwaardige oplossing genoemd. Hieruit kunnen voorzieningen verlangd worden (afstand tot andere gebouwen en een extra bluswatervoorziening) om een gelijkwaardige mate van veiligheid te creëren.

Vraag 3.

Wordt bij nieuwbouw de controle op naleving overgelaten aan de zgn. private kwaliteitsborging, of door de gemeente zelf uitgevoerd?

Antwoord.

De controle op de naleving van eisen uit het Bouwbesluit 2012 wordt uitgevoerd door de gemeente. Op dit moment is de private kwaliteitsborging (nog) niet opgenomen in geldende wet- of regelgeving en worden bouwcontroles daarom ook niet deze op wijze uitgevoerd.

Vraag 4.

Bent u bereid om de voorlichting aan bedrijven, en de controle op naleving van de brandveiligheidsbepalingen te investeren?

Zo nee, waarom niet?

Antwoord.

De wetgever heeft in artikel 1a van de Woningwet nadrukkelijk geregeld dat de eigenaar of gebruiker van een bouwwerk, open erf of terrein of anderszins verantwoordelijke, die bevoegd is tot treffen van voorzieningen, ervoor zorg dient te dragen dat als gevolg van de staat van dat bouwwerk geen gevaar voor de gezondheid of veiligheid ontstaat dan wel voortduurt.

Hieruit vloeit voort dat bedrijven zelf moeten investeren in kennis (preventie) om de stal brandveilig te gebruiken. Uit de Evaluatie Actieplan Stalbranden 2012-2016 (juli 2017) blijkt dat dat brancheorganisaties inmiddels ook op voorlichting hebben ingezet.

Wij zijn voorstander om, daar waar mogelijk, integraal te controleren.

Als een milieucontrole bij een grote stal op de planning staat, zal daarbij tevens een controle op brandveiligheid (door een technisch bouwinspecteur en een inspecteur van de Brandweer Zuid-Limburg) worden meegenomen. Op deze wijze kunnen eventuele risico’s met betrekking tot brandveiligheid met de ondernemer worden besproken.

Vraag 5.

Bent u bereid om, eventueel samen met de andere gemeentes en de provincie Limburg, bij sector partijen en het Rijk aan te dringen op brandveiligheidseisen, ook voor bestaande stallen? En op de uitvoering van de adviezen uit de Evaluatie van het Actieplan Stalbranden? Zo niet op alle, dan wel in ieder geval snel en eenvoudig uitvoerbare maatregelen zoals periodieke elektrakeuringen en meer bluswatervoorzieningen ter plekke?

Antwoord.

Nee, wij zijn van mening dat de geldende wet- en regelgeving, in het bijzonder het Bouwbesluit 2012, op dit moment voldoende waarborgen biedt om een brandveilig gebruik van stallen mogelijk te maken.

Uit de Evaluatie Actieplan Stalbranden 2012-2016 valt af te leiden dat met de (brand)veiligheid van het bouwwerk niet alle risico’s in bestaande stallen kunnen worden beperkt. De apparatuur voor dagelijkse bedrijfsprocessen, zoals motoren voor mest- en eiertransportbanden, ventilatoren e.d., zitten nog steeds verspreid door de stal, welke niet apart te compartimenteren zijn. De verantwoordelijkheid om dergelijke risico’s zo veel mogelijk in te perken, bijvoorbeeld door periodieke elektrakeuringen, liggen bij de staleigenaren en verzekeraars.

Zoals reeds opgemerkt in het antwoord op vraag 4 onderschrijven we wel dat een integrale controle tevens gelegenheid biedt om ondernemers te wijzen op risico’s met betrekking tot brandveiligheid.

Hoogachtend,

burgemeester en wethouders van Heerlen, namens dezen,

wethouder voor Middelen, Ruimtelijke Ordening en Herstructurering, F.G. Simons

Interessant voor jou

Maaien en snoeien tijdens het broedseizoen

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer