Bijdrage Géron Regionale Ener­gie­stra­tegie (RES 1.0)


26 mei 2021

Voorzitter,

Energie is onmisbaar. We staan op de overgang van het gebruik van fossiele energie -steenkool, olie en gas- naar duurzame energie.

Het RES-bod dat voor ons ligt herinnert ons eraan dat we niet alleen met een coronacrisis leven. Er zijn meer crises zijn die onze dringende aandacht vragen. Deze crises, de klimaat- en de biodiversiteitcrisis, zijn beide medeoorzaak van de coronazoönose.

Om deze aan te pakken, hebben we de opgave om deze duurzame energie op te wekken in onze eigen regio. Het is 55 jaar geleden dat wij een periode afsloten dat er in onze streek steenkool werd gewonnen. Dit tijdperk nam vele decennia in beslag, maar kwam in de zestiger jaren met een ruk tot stilstand. De steenkoolwinning heeft een zware stempel gedrukt op mens en landschap en ligt nog vers in ons collectieve geheugen.

Het opwekken van duurzame energie is niet te vergelijken met het delven van steenkool. Een groot verschil met vroeger is dat er nu energiedemocratie kan worden ingesteld.

We hebben dus nú de kans om de opwekking van energie als burgers zelf ter hand te nemen. In het beste scenario zou dit 100% zijn. Maar conform het Klimaatakkoord is het streven om tot minimaal 50% lokaal eigendom te komen.

Daar dienen we een motie voor in. Deze energiedemocratie is een nieuw fenomeen. Als we de bronnen zelf in eigendom krijgen en houden, kunnen we er als burgers meer profijt van hebben. Het creëert broodnodig draagvlak. Plus we houden een stuk van het rendement in de regio door opbrengst voor de lokale eigenaren en geld voor de lokale gemeenschap. Ook levert het betere mogelijkheden voor regionale werkgelegenheid bij de aanleg en exploitatie van de duurzame energiebronnen.

Natuur en biodiversiteit

Een ander verschil met de mijnen is dat hernieuwbare energie bovengronds opgewekt wordt. Daar moeten we aan wennen. Maar hebben de opgave om grootschalig zon- en windenergie op te wekken. Daarbij weten we allemaal waar mijnschade toe leidt. Nu hebben we de kans om schade van hernieuwbare energie te voorkomen; schade voor omwonenden en aan natuur en biodiversiteit. Daarom moeten we nu doordacht te werk gaan bij het plaatsen daarvan.

Aanleg en exploitatie van zonneweides en windmolens kunnen slachtoffers maken onder zoogdieren, vogels, vleermuizen en insecten. Bij aanleg kunnen biotopen worden verstoord en vernield, maar ook als ze eenmaal draaien zijn er nadelige gevolgen voor de biodiversiteit. Dit kan de slagschaduw nest- en broedbereidheid van vogelsoorten dwarszitten of het foerageergebied van een das verstoren.

Toch is er urgentie geboden. Als we nu niet overgaan op hernieuwbare energie dan zijn op de langere termijn de gevolgen voor de biodiversiteit nog groter. Immers, de klimaatcrisis is één probleem maar de biodiversiteitscrisis is misschien nog wel ernstiger.

Om dit het hoofd te bieden, moeten we nu doordacht te werk gaan. Limburgse natuur en biodiversiteit mogen niet ten koste gaan opwekken van duurzame energie.

Ook daar dienen wij een motie voor in. Door onderzoek en innovatie kunnen we serieus het aantal slachtoffers beperken. We moeten dus gebruik maken van de ervaring die elders wordt opgedaan met de energietransitie om de nadelen voor mens, dier en natuur zo klein mogelijk te maken.

Dit betekent geen duurzame energie opwekken bij Natura2000-gebieden en aanvliegroutes voor vogels en vleermuizen. Daarbij zou de raad info moeten krijgen en inspraak hebben vóór er beslist wordt aan wie de opdracht wordt gegund.

Een stevige en actieve rol voor de raad, als de gekozen vertegenwoordigers, op de doorslaggevende momenten in het proces. Daar staan wij voor en dat vragen wij van het college.

Voorzitter, tot slot.

Bedrijventerreinen verbruiken veel energie, en hebben daarom een voorbeeldfunctie in de energietransitie. Omdat iedereen hier haar of zijn steentje moet bijdragen, zouden juist nieuw gevestigde bedrijven in Heerlen een voortrekkersrol moeten spelen.

Hier dienen wij onze derde motie voor in. Nieuw gevestigde bedrijven zouden energieneutraal tewerk moeten gaan. Conform het polluters pay principle past dit bij een eerlijke energietransitie voor iedereen.